18 jan 2017 / LVB

Nederlandse content kan een internationaal merk worden

Wat John de Mol lukte in de tv-markt, moet ook de Nederlandse contentindustrie lukken: mondiaal uitblinken. Alle ingrediënten zijn er. Maar er moet nog wel iets gebeuren, zegt Merijn Aalbers

LVB

Wat John de Mol en z’n volgers lukte in de tv-markt en Dutch Design in de designwereld, moet ook de Nederlandse contentindustrie lukken: uitblinken op mondiaal niveau. Schaalgrootte, proven formats en een kleine thuismarkt (scoren met relatief beperkte budgetten) zijn de ingrediënten om Nederland de hoofdrol te geven op het wereldtoneel van de contentmarkt. Maar dan moet er nog wel iets gebeuren, meent Merijn Aalbers.

Nederlandse content kan niet achterblijven

Het speelveld van digitale marketing wordt steeds internationaler. Met name de snel voortschrijdende technologische ontwikkelingen in het reclamevak versnellen deze trend. Het gezamenlijke product van bureaus en adverteerders – merkcontent – kan niet langer achterblijven.

De bureauwereld consolideert zich een slag in de rondte. Hoewel van alle tijden, is de huidige expansiedrift groot. De internationalisering van de reclame- en marketingindustrie en van de definitieve doorbraak van Nederland als strategisch-creatieve hotspot op het wereldtoneel komt in beweging. Zeker op het gebied van merkenbouw, creativiteit, content en digitale media. En de snel vorderende vervagende grenzen daartussen.

Merken hebben grote behoefte aan internationalisering

Ook aan merkzijde is er een groeiende behoefte aan internationale slagkracht en schaalvoordelen op ideation, productie en distributie van digitale marketinginitiatieven. Voor wereldwijd opererende organisaties was het omarmen van marktdiversiteit, mediagedrag en het adresseren van culturele voorkeuren lange tijd een prijzenswaardig, maar passief streven. Dat station is inmiddels weliswaar gepasseerd, al worden vertaling en lokalisatie in de praktijk ten onrechte nog dikwijls als synoniemen gezien. Merken anno 2016 moeten in staat zijn niet alleen in de taal van de doelgroep te praten, maar ook met een stem die ze kunnen begrijpen. De inhoudelijke adaptie van moederformats en content die tot het lokale publiek spreekt. En aanspreekt. Zoals ook internationaal gedistribueerde TV-formats soms een maatwerkaanpassing ondergaan. Toegegeven, een arbeidsintensieve relevantieslag, maar de kans dat lokale audiences erop aanslaan wordt danig vergroot. Zo becijferde een Amerikaans onderzoeksbureau vorig jaar nog dat bijna 75% van non-native speakers niet koopt van een platform dat alleen in de Engelse taal beschikbaar is.

Centraal geproduceerde formats internationaal uitrollen

Aan de andere kant geldt: een merk dat global-ready content wil produceren, omdat dit lokalisatie-complexiteit wegneemt en tijd- en kostenbesparend is, doet er goed aan dit inhoudelijk zoveel mogelijk cultureel-neutraal tot stand te laten komen. In dit licht is de stormachtige groei van digitale video interessant. Video als drager van merkcontent kan eenvoudig toegang bieden aan potentiële klanten over de hele wereld. Centraal geproduceerde formats, indien nodig lokaal verrijkt en internationaal uitgerold.

Proven content en formats vormen de toekomst van het contentmarketingvak. Het is tijd om van Nederlandse content een sterk internationaal merk te maken.

Dit artikel verscheen ook op MarketingTribune

LVB

LVB

LVB en cookies:

Welkom bij LVB. Op onze website maken we gebruik van cookies. Hiermee kunnen wij onder andere het functioneren van onze website verbeteren en webstatistieken bijhouden. Ook kunnen wij en derde partijen informatie verzamelen. Lees voor meer informatie ons Cookiebeleid, onder aan de pagina.

GOT IT
4