Aanvallen op farmasector schieten hun doel voorbij
Rinze Benedictus van het UMC Utrecht verwijt de farmasector chantage (FD 16 augustus). ‘Waarom kan een medicijn niet hier en nu betaalbaar zijn?’, vraagt hij zich af en pleit voor…
Rinze Benedictus van het UMC Utrecht verwijt de farmasector chantage (FD 16 augustus). ‘Waarom kan een medicijn niet hier en nu betaalbaar zijn?’, vraagt hij zich af en pleit voor een ‘nieuwe definitie van innovatie in geneeskunde’. Klaagzang en oproep ontberen enige onderbouwing en dat is vaker het geval als farmaceuten op het offerblok liggen van politiek en publiek. Juist in het emotionele debat over zorgkosten is daar niemand bij gebaat. De emotie is begrijpelijk. Farmaceuten boeken hoge winsten en zitten bovenop hun patenten. Miljardeninvesteringen en het vele kostbare onderzoek dat niet leidt tot productie, worden gemakshalve vergeten.
Zo lang de publieke zorg blijft werken met producten uit de private sector blijven dilemma’s tussen betaalbaarheid en toegankelijkheid bestaan. Dit is alleen te vermijden als de overheid onderzoek en ontwikkeling van geneesmiddelen op zich neemt en al het particulier initiatief verbiedt. Daarvoor is een samenleving als Noord-Korea nodig.
Farmaceuten blijven niet onbeweeglijk onder maatschappelijke druk. Afrika ontvangt al 15 jaar aids-geneesmiddelen gratis of tegen symbolische prijzen; nadat iconen als Nelson Mandela zich hiervoor sterk maakten. De door farma-critici nagestreefde innovatie is niet te bereiken met aanvallen en holle retoriek. Dat leidt er alleen maar toe dat farmabedrijven hun communicatie beperken tot het juridische domein en de maatschappelijke discussie verlaten.
De echte oplossing ligt in mondiale consensus over octrooitermijnen, de bestrijding van patentbreuk, langetermijncontracten met inkopers en niet in de laatste plaats enig begrip over en weer. Activisten moeten leren leven met het feit dat een belangrijk deel van de zorg nu eenmaal van particulier initiatief afhankelijk is. Farmaceuten moeten daarentegen werken aan het transparanter maken van hun kostenstructuur. Op die manier kunnen in een wereldwijd maatschappelijk debat de grenzen worden gedefinieerd van wat bedrijfseconomisch, wetenschappelijk en maatschappelijk wenselijk en mogelijk is. Dat lijkt me constructiever dan de hele sector veroordelen.
Dit artikel is eerder verschenen in Het Financieele Dagblad.